Puur pigment

zaterdag 8 september 2012 t/m zondag 18 november 2012

De tentoonstelling 'Puur Pigment' draait om een weinig toegepaste kunstvorm: het pastel. Pastels hebben vaak iets fluweligs: contouren zijn zacht, kleuren helder. Pastelleren lijkt het midden te houden tussen tekenen en schilderen. Je kunt er kleurvlakken mee maken én scherpe lijnen mee zetten. Pastel is een weerbarstig materiaal dat, in de handen van kunstenaars die erin bedreven zijn, bijzonder sfeervolle kunstwerken oplevert.

Het pastel dat de kunstenaar gebruikt heeft de vorm van ‘krijtjes’, maar er zit niet altijd krijt in. In zijn puurste vorm is pastel niets anders dan pigment met gom als bindmiddel. In de meeste pastelstiften zit wel kalk of gips voor extra substantie en lichtere tinten.

Het Stadsmuseum toont in Puur Pigment pastels van zes kunstenaars. Onno Boerwinkel en Joanna Quispel werken bijna uitsluitend met pastel. Voor de andere kunstenaars, Theo de Feyter, Lau Heidendael, Bert Osinga en Janneke Tangelder is pastel een medium dat zij naar keuze gebruiken naast andere materialen.

Eigenschappen van pastel

Pastel is zeer zacht materiaal; wat de pastelstiften loslaten is bijna poeder. Het hecht dan ook relatief moeilijk aan de ondergrond. Bij stoten of een windvlaag kan er makkelijk poeder loskomen. Om dit tegen te gaan wordt dan ook meestal een ruwe ondergrond gebruikt, zoals aquarelpapier. Sommige kunstenaars fixeren hun pastels, maar dat beïnvloedt de kleuren en heeft daarom niet ieders voorkeur.

Pastel wordt geleverd in oneindig veel kleuren en tinten. Dat is nodig omdat pastel, anders dan olieverf, niet kan worden gemengd op doek of palet. De kunstenaar kan dus geen eigen kleuren creëren. Wel kan men verschillende lagen aanbrengen en die in elkaar laten overvloeien door uitwrijven of doezelen.

Korte geschiedenis van het pastel

Al vanaf de 15de eeuw gebruikten kunstenaars pastel om te schetsen. Omstreeks 1700 begon men er zelfstandige kunstwerken mee te maken. In Frankrijk gebruikten kunstenaars in de 18de eeuw veelvuldig pastel voor portretten. Het wat doezelige effect ervan was zeer geschikt om de gewenste geïdealiseerde uitstraling te krijgen. Bekende portrettisten waren toen onder anderen Maurice Quentin de La Tour (1704-1788) en Jean-Etienne Liotard (1702-1989). Vanaf de late 18de eeuw raakte pastel wat uit de gratie, maar vanwege de combinatie van de spontaniteit van het tekenen met de kleurenrijkdom van het schilderen, maakten kunstenaars in de 19de eeuw er weer graag gebruik van. Zo kennen we van Edgar Degas (1834-1917) vele balletmeisjes en café-scenes in pastel. In Nederland gebruikte Isaac Israëls (1865-1934) het materiaal voor bijvoorbeeld voorstellingen van meisjes in naaiateliers. Ook tegenwoordig gebruiken kunstenaars pastel, hoewel niet in groten getale.

Onno Boerwinkel

Onno Boerwinkel maakt virtuoze, impressionistisch aandoende pastels. Daarin zien we vaak mensen die geconcentreerd met iets bezig zijn: een familie aan tafel, bouwvakkers aan het werk, mensen die een processie houden. Italië en Frankrijk zijn constante inspiratiebronnen voor Boerwinkel. Maar belangrijker dan de onderwerpen zijn compositie, ritmiek en harmonie. Boerwinkel werkt in lagen; hij maakt gebruik van een mesje om overtollig opgebrachte pastel van het papier af te schrapen, waarna hij de volgende laag kan aanbrengen.

Zie ook www.onnoboerwinkel.nl

Joanna Quispel

Joanna Quispel pastelleert landschappen en stadsgezichten in binnen- en buitenland. Ze werkt altijd ter plaatse. Door het licht en de kleuren te vangen van een plek op een bepaald moment weet zij de sfeer invoelbaar te maken.
Zij past een combinatie toe van zachte pastelstiften voor de achtergrond en de luchten, waarbij ze de vlakken vaak een beetje uitwrijft, en meer gepunte krijtjes voor de voorgrond en de details. Ze tekent vaak licht over donker, bijvoorbeeld bij een onderwerp als felgekleurd gras in tegenlicht.

Zie ook www.joannaquispel.nl

Theo de Feyter

Theo de Feyter werkt ook altijd ter plaatse in binnen- of buitenland. Hij werkt veel met gouache, aquarel en olieverf, maar dus ook met pastel. In de tentoonstelling exposeert hij een reeks gezichten op de Waal bij hoog water, waarin veranderingen in licht en kleur in verschillende jaargetijden zijn weergegeven. Daarnaast toont hij dit voorjaar ontstane pastels van grillige, maar groene landschappen in Cappadocië, Turkije. Hij combineert pastel vaak met gouache, vooral in de luchten, om de composities licht en open te houden.

Zie ook www.theodefeyter.nl

Lau Heidendael

Lau Heidendael is het meest actief als aquarellist, maar werkt de laatste tijd veel met pastel. Hij geeft landschappen en stillevens weer. De stillevens stelt hij, als waren het landschappen van uiteenlopende voorwerpen, samen in zijn atelier. Het gaat hem er niet om de voorwerpen weer te geven, maar eerder de ruimte tussen de dingen. Het wit van het papier speelt dan ook een grote rol in zijn werk, en kleur nauwelijks. Hoewel hij pastel de laatste tijd gebruikt om wél wat meer kleur in zijn werk te brengen, houdt de ruimtelijkheid de hoofdrol.

Janneke Tangelder

Janneke Tangelder maakte voor de tentoonstelling een reeks pastels van haar weelderig begroeide dakterras in Amsterdam. Ze beeldt dat vaker af in haar werk en vond het een avontuur om dat nu met pastel te doen. Als ze met potlood tekent of met acryl schildert beeldt ze veel figuren af, maar die vond ze te dominant voor de pastels. Ze vindt dat je met pastel ‘veroordeeld bent tot puur pigment’ en eerder op abstractie uitkomt dan anders. Ze richtte zich dus op licht en donker en op grote vlakken. Tegelijk zie je Tangelders altijd tekenachtige manier van werken terug, waarbij de vormen haast lijken te worden geboetseerd met lijnen.

Zie ook www.janneketangelder.nl

Bert Osinga

Bert Osinga werkt onder meer in olieverf en aquarel en zijn brede onderwerpskeuze gaat van strandtaferelen en stadsgezichten tot portretten en erotische voorstellingen. Voor Puur Pigment maakte Osinga pastels van onder meer gezichten over het IJ in Amsterdam, plekken in Parijs en een landhuis in de Achterhoek. In de vier uur die hij gemiddeld over een pastel doet, zegt hij, lijkt door de intense concentratie de werkelijkheid groter te worden. Zo’n pastel lijkt een momentopname, maar omdat het licht en de kleuren voortdurend meer of minder subtiel veranderen, is het een afbeelding die is samengesteld uit oneindig veel verschillende beelden op verschillende momenten.

Delen: