Verrassend echt

zaterdag 7 juni 2014 t/m zondag 31 augustus 2014

Deze zomer toont het Stadsmuseum Woerden het kleurrijke werk van vier realistische kunstenaars: Hermien Buytendijk, Rob Møhlmann, Jantina Peperkamp en Gerrit de Vries. De kunstenaars werken allemaal naar de realiteit maar hun onderwerpen zijn zeer divers. Portretten, gebouwen, stillevens, planten en dieren, het passeert allemaal de revue. De werkelijkheid die wordt afgebeeld, is de wereld om ons heen, maar toch ook weer niet. De schilderijen zijn humoristisch, een beetje vreemd en mysterieus. De beelden vormen een vrolijke interpretatie van ons alledaagse leven. Ze zijn sprookjesachtig fantasievol maar tegelijkertijd zijn ze heel herkenbaar. Kortom, kom kijken en laat je verbazen door deze verrassend ‘echte’ kunst!

Zilver, glas en oesters

Het Nederlands realisme als kunststroming maakte zijn bloeiperiode door in de zeventiende eeuw, ook wel de Gouden Eeuw genoemd. In stillevens werden nieuw verworven rijkdommen zoals zilveren schalen, glazen bekers en glanzende oesters zo natuurgetrouw mogelijk afgebeeld. Kerken en stadhuizen werden uitgemeten en nageschilderd en in portretten waren de zachte huid en het fijne haar niet van echt te onderscheiden. Het doel van de nauwkeurige schilderijen was zowel de verrassing van het ‘net echt’ lijken als de vaak achterliggende, moralistische boodschap, die werd verhaald in de keuze van de objecten.

De gewone man

In de negentiende eeuw braken kunstenaars als Jean-François Millet (1814-1875) en Gustave Courbet (1819-1877) met de traditie van het Neoclassicisme en de Romantiek waarin men een voorbeeld nam aan de geïdealiseerde kunst van de klassieke oudheid. Courbet streefde niet naar schoonheid maar naar eerlijk- en waarachtigheid. Hij stelde de gewone man, de arbeider, centraal met al zijn tekortkomingen en schoonheidsfoutjes. Schilders als Claude Monet (1840-1926) en Auguste Renoir (1941-1919) gaan nog verder en legden hun onderwerpen vast daar waar die zich voordeden, namelijk op straat, in de stad of de natuur.

Aan het eind van de negentiende eeuw brak men met het realisme. Kunstenaars waren op zoek naar orde en duidelijkheid in de wereld om hen heen. Ze verwerkten verschillende aanzichten in één enkele afbeelding of vereenvoudigden de werkelijkheid tot stippen en kleurvlakken. Deze vereenvoudiging werd doorgevoerd tot in het abstracte. De realistische kunst leek ineens stoffig en verouderd onder invloed van nieuwe ontwikkelingen zoals de fotografie.

Humor, fantasie en mysterie

Ook in de 20e eeuw blijven er kunstenaars die hun inspiratie vinden in onze alledaagse werkelijkheid. Af en toe hanteren ze zelfs de zeventiende-eeuwse technieken en nauwkeurigheid en bezitten ze dezelfde fascinatie voor stofuitdrukking. Hun benadering van de werkelijkheid is echter anders dan die van de kunstenaars uit het verleden. In het realisme van de exposerende kunstenaars gaat het niet alleen om het zo nauwkeurig weergeven van voorwerpen of het centraal stellen van de ‘gewone man’. In de gelijkende afbeeldingen is een rol weggelegd voor humor, fantasie en mysterie. De schilderijen kloppen bij nader inzien toch nèt niet. Ze roepen vervreemding op en houden de beschouwer soms een spiegel voor. Van een symboliek of achterliggende betekenis is vaak geen sprake meer.

Hermien Buytendijk

Hermien Buytendijk hield zich intens bezig met grafiek maar ging daar nooit professioneel mee aan de slag. 25 jaar geleden gooide ze het roer om en begon met het maken van unieke, keramische beelden. Dat ze vroeger veel geëtst en getekend heeft, is terug te zien in de prachtige lijnen in haar beelden. Tot haar kleurenpalet behoren mooie rustige aardetinten met hier een daar een accent in goud. De onderwerpen die ze kiest, zijn uit het leven gegrepen. De mensen en dieren creëren hun eigen dromerige werkelijkheid. Ze doen iets wat eigenlijk niet kan en bespotten daarmee ons alledaagse bestaan.

Zie ook www.hermienbuytendijk.nl

Rob Møhlmann

Rob Møhlmann maakte kennis met het schildersvak aan de Lerarenacademie in Amsterdam waar hij de vakken tekenen en handvaardigheid volgde. Al na zes weken hield hij het hier voor gezien en ging vanaf 1977 zelf aan de slag. Hij vond inspiratie in de wereld om hem heen. Hij realiseerde zich dat een kunstenaar de werkelijkheid niet kan kopiëren maar die alleen opnieuw kan vormgeven. Na experimenten met schilderijen van objecten in verschillende aanzichten, gezichtspunten en licht, bleek de kern van de realiteit ongrijpbaar. Zijn onderzoek mondde vanaf 1982 uit in het ‘Cantoproject’ waarin hij zich voor hem typische beperkingen oplegde. Hetzelfde fictieve conservenblikje is in alle schilderijen even groot en weergegeven onder dezelfde hoek en op dezelfde plaats in het beeldvlak. Rob is een ‘scherpschilder’ met een fascinatie voor de vergankelijkheid en in zijn stillevens is het verval altijd aanwezig. Hij heeft een grote technische beheersing en voorliefde voor stofuitdrukking, met name voor de kwetsbaarheid van doorschijnend glas.

Rob Møhlmann opende in 1995 in Venhuizen, Noord-Holland het Museum Møhlmann. Hier organiseerde hij vanaf 1998 de jaarlijkse Onafhankelijke Realisten Tentoonstelling. In 2008 verhuisde het museum naar een monumentale kop-hals-rompboerderij in Appingedam waar dit jaar de zestiende editie van de jaarlijkse ORT gehouden wordt. Naast schilder is Møhlmann schrijver en publicist.

Zie ook www.museummohlmann.nl

Jantina Peperkamp

Jantina Peperkamp is volledig autodidact en haar talent is zelfs voor haar een mysterie. Na een depressieve periode heeft ze haar geluk en stabiliteit gevonden in het schilderen van portretten. Als model kiest zij voornamelijk mensen uit haar eigen omgeving; haar dochter, de vriendin van haar dochter of mensen uit het dorp. De interactie tussen haar en het model is van groot belang: er moet een ‘klik’ zijn. Soms worstelen de geportretteerden met hun gevoelens en dan is dat te herkennen in het uiteindelijke schilderij. Het is niet haar bedoeling om het portret perfect te laten lijken op het model. Soms vergoot zij gelaatstrekken als oren en mond of verandert ze de kleur van haren en ogen. Vaak voegt ze humoristische of technisch zeer uitdagende details toe. Het resultaat is een overtuigend portret dat nèt naast de waarheid ligt.

Zie ook www.jantina-peperkamp.nl

Gerrit de Vries

Gerrit de Vries begon in de jaren ’70 met schilderen nadat hij een boek over de magisch realist Carel Willink (1900-1983) had aangeschaft. Het liefst had hij schilderijen van deze kunstenaar gekocht maar het geld ontbrak en dus ging hij zelf aan de slag. Dat bleek makkelijker gezegd dan gedaan. Na een lastig begin verdiepte hij zich door zelfstudie in de verschillende materialen en de schilderkunstige regels. Gerrit vindt zijn inspiratie in gebouwen (en details daarvan) die zijn aangetast door verval. Figuren spelen nauwelijks een rol. Op het eerste gezicht gebeurt er niets in zijn schilderijen maar toch is er een ongerijmdheid en het besef van vergankelijkheid dat zich aan je opdringt. Gerrit noemt zichzelf een fantastisch realist. Aan bestaande onderwerpen voegt hij iets onverwachts toe of haalt hij iets weg. Hierdoor ontstaat een vervreemdend effect maar zijn schilderijen gaan nooit over de grens van wat echt niet kan.

Zie ook www.gerritdevries.com

Delen: